Sneeuwschoentochten in de Jura

Deze bijdrage werd geschreven door Hugues Parasie.

Zou er voldoende sneeuw liggen of niet ? Die vraag stelden we ons iedere keer weer opnieuw in de aanloop naar onze Jura-uitstap, gelet op de uitzonderlijk zachte winter van 2014. Het Juragebergte staat weliswaar bekend als het Siberië van Zwitserland èn Frankrijk maar met die dekselse klimaatverandering zijn er geen zekerheden meer. Bij aankomst in het gezellige wintersportplaatsje Métabief, in het Franse departement van de Doubs, ziet het erin derdaad niet zo goed uit: groene hellingen, skigebied gesloten, positieve temperaturen. Geen sneeuw? Dan gaan we ons maar in een plaatselijk restaurantje met plezier te buiten aan de vele culinaire bijzonderheden die dit stukje Frankrijk kenmerken: overheerlijke kazen zoals de Metsi, de Mont d'Or of de bekende Comté, gerookt vlees, likeur op basis van dennenappels, en de mysterieuze vin jaune, het "goud van de Jura", met zijn unieke smaak en aroma's. En zowaar, op onze terugtocht naar ons hotel (het zeer degelijke Hotel Etoile des Neiges), valt de sneeuw met pakken uit de lucht!

De volgende ochtend ziet het er al een pak beter uit. Er blijkt afgelopen nacht tussen 20 à 30 cm verse sneeuw gevallen te zijn, juist op tijd voor onze sneeuwschoentochten! Na het ontbijt rijden we een stukje naar het noorden in de richting van Pontarlier om ter hoogte van het plaatsje La Cluse et Mijoux en zijn indrukwekkende burcht de hoofdweg te verlaten en via een departementale Zwitserland te bereiken. De wolken hangen laag, we kunnen eventjes grond en lucht niet meer van elkaar onderscheiden. Gelukkig heeft men hier om de 10m een lange paal in de grond geplaatst langs beide kanten van de weg, een bewijs van hoe heftig en overvloedig het hier wel kan sneeuwen. In Sainte-Croix aangekomen, rijden we richting Les Rasses, een gezellig wintersportplaatsje met enkele skipistes en tientallen kilometers aan langlaufloipes. We parkeren onze auto onderaan de pistes, 1188m, en bestuderen de kaart. Ons doel van de dag is de top van de Chasseron, met zijn 1607m één van de hogere toppen van de Jura in het kanton van de Vaud. Oriëntatieproblemen verwachten we niet, het gehele parcours is perfect bewegwijzerd door de Zwitserse Sneeuwschoenfederatie (SwissSnowshoe). Het begin van de tocht is lekker pittig, een steile helling verplicht ons al onmiddellijk om in zigzag naar boven te gaan, wat helemaal niet zo gemakkellijk is met sneeuwschoenen die soms de neiging hebben wat naar beneden te schuiven op zo een terrein.

Nadien wordt het pad terrein minder steil, we doorkruisen een fabelachig winterlandschap waarin de verse sneeuw, de donkere naaldbomen en de grijs-blauwe hemel een hoofdrol spelen. Ter hoogte van het restaurant Les Avattes bereiken we de boomgrens. Het weer verslechtert hier wat, het begint zowaar lichtjes te sneeuwen en de lucht overtrekt volledig.

Tegelijkertijd hebben we een fantastisch zicht op het westelijke uiteinde van het meer van Neuchâtel, zo een duizend meter lager. Tijdens het steilste stukje van de tocht, de helling naar Les Petites Roches, 1583m, en het daaropvolgende stukje dat leidt naar de top van de Chasseron, wordt het zicht steeds beperkter. Gelukkig bevinden we ons hier op een bergkam en is het onmogelijk om onze weg kwijt te raken. Links gaat het steil naar beneden in het Vallon de Noirvaux, rechts vormen de ondergesneeuwde bergweiden een geheel met de sneeuwzwangere lucht.

Uit de nevel doemt plots een rotspartij op, nog enkele meters en dan staan we op de top van de Chasseron! We delen de top met een toerskieër, eten onze lunch op en duffelen ons goed in om ons te beschermen tegen de koude (gevoelde -10°C). Gaandeweg wordt het weer opnieuw beter, de wolken trekken weg, we zien weer de blauwe lucht en het Hôtel du Chasseron blijkt nabij.

Een overheerlijke vin chaud brengt weer wat warmte in onze verkleumde lichamen, we zijn klaar voor het tweede deel van de tocht. We blijven de bergkam in noordoostelijke richting volgen en verliezen daarbij beetje bij beetje aan hoogte. Dit is werkelijk het mooiste stukje van de tocht, heerlijke winterlandschappen met besneeuwde en verweerde bomen, mooie uitzichten op de nabije Jurabergen en het meer van Neuchâtel.

Het spel van wolken, lucht en zon zorgt voor onvergetelijke indrukken, de werkelijke betovering die van sneeuwschoentochten en de winterse bergen uitgaat is hier tastbaar.

Er gaat niets boven het geweldige gevoel dat je hebt als je als eerste je stappen kan zetten in de verse sneeuw...

Het traject leidt ons nu naar beneden, via de almen La Bullatonne Dessus en La Bullatonne Dessous. Hoe meer we afdalen, hoe beter het uitzicht op de Alpen wordt. De kilometers beginnen wel wat te wegen, we ontdekken dat stappen met sneeuwschoenen toch wel wat zwaarder is dan wandelen op sneeuwvrije paadjes in de zomer.

Gemiddeld mag je er van uitgaan dat je bij de in gidsjes en op wegwijzers aangegeven tijden minstens vijftig percent moet bijdoen. Het laatste stukje van het parcours, tussen het plaatsje Les Cluds en Les Rasses, is weliswaar volledig plat, maar heeft nog een laatste verrassing voor ons in petto: in de verte kunnen we duidelijk de gepiekte Dents du Midi onderscheiden, en rechts daarvan, maar nog véél hoger, zien we boven de wolken het hoogste puntje van de Mont Blanc uitsteken! Hierop hadden we vandaag niet meer gerekend, wat een fantastische tocht (7u stappen inclusief pauses, 11,7km). En wisten wij veel dat dit de dag nadien nog overtroffen zou worden...

Koud, kouder, koudst. We zijn het niet meer gewoon bij ons maar het vriest hier af en toe stevig. Met de -13°C die we die ochtend optekenen geraken we nog niet aan de enkels van de plaatselijke kouderecords in Mouthe (Frankrijk) of La Brévine (Zwitserland), beide een arctische -41°C, maar het voelt wel frisjes aan. Het belooft in ieder geval een prachtige dag te worden! We rijden weer tot in La Cluse et Mijoux, verlaten daar de E23 en bereiken al snel de Zwitserse grens. Enkele kilometers verder, ter hoogte van het plaatsje Fleurier, betreden we het langgestrekte en hooggelegen Val de Travers. We bemerken al snel een aantal borden die de toeristische Route de l'Absinthe aankondigen: een nieuw plannetje voor een toekomstig bezoek vormt zich al snel ! In Couvet verlaten we de hoofdweg en rijden we een steil bergweggetje op. Om de tocht van vandaag wat langer en spannender te maken kiezen we als uitgangspunt de boerderij La Banderette, 1061m, ipv de parking aan het beginpunt van de loipes van het nordic ski gebied Creux du Van, 1261m. Om dit plekje te bereiken moeten we een steil, met sneeuw bedekt weggetje afrijden, gelukkig beschikken we over sneeuwkettingen want zonder geraak je wel beneden maar zeker niet meer omhoog! We volgen gedurende een kilometer een verharde weg en verlaten deze gauw voor een gemarkeerd pad dat steil naar rechts het bos induikt.

We volgen dit pad geruime tijd, op sommige plaatsen moeten we de ene na de andere over het pad gevelde boomstam "ontwijken", erop, erover, ernaast... wat na een tijdje wel begint te vervelen. We vervloeken de Zwitserse houtkappers, ontvluchten het pad ter hoogte van de Ferme du Soliat en houden een noordoostelijke richting aan. Aangekomen aan het punt P. 1374m waar de bekende Sentier des 14 contours vanuit Noraigue toekomt, hebben we een eerste zicht op het machtige, met een wolkendek gevulde Val de l'Areuse. We bevinden ons hier op het randje van de beroemde Creux du Van, een vier kilometer lang en één kilometer breed natuurlijk amfitheater in de vorm van een hoefijzer met rotswanden van 160m hoog.

Het gebied is niet alleen een waar paradijs voor rotsklimmers maar ook een beschermd gebied voor een hele rijke fauna: steenbok, gems, ree, haas, lynx en auerhoen voelen er zich pieplekker. Het zicht op de rotswanden en de Juratoppen in de verte is adembenemend, en bovendien zijn we bijna volledig alleen. We volgen het paadje dat de rand van de Creux volgt waarbij we opletten niet op een corniche te stappen, we willen onze tocht nog kunnen navertellen! Op een bepaald moment stoten we op een tweetal steenbokken, en verderop nog eens op drie. Daarmee hebben we bijna een derde van de totale lokale populatie gezien want er zouden er momenteel zo een zeventien rondlopen. We kijken met bewondering toe hoe de trotse dieren zich onverschrokken boven de rotswanden wagen op zoek naar voedsel.

Gezwind stappen we verder en genieten van het ene spectaculaire dieptezicht na het andere.

Gaandeweg doemen aan het zuidelijke uiteinde van het keteldal enorme pieken op. Met een vreugdeschreeuw herkennen we de beroemde Berner trilogie: Eiger, Mönch en Junfgrau. De witte bergen tekenen zich haarfijn af tegen de glasheldere lucht, het uitzicht is fenomenaal.

We verlaten kort de Creux en sprinten de korte helling op naar de top van de Soliat, 1465m. Daarboven aangekomen, kunnen we onze ogen niet geloven. De zichtomstandigheden zijn zo perfect dat we de ganse Alpenboog kunnen zien, van de Titlis over de volledige Berner Alpen en de Walliser reuzen tot aan de Pointe Percée in de Aravis, en boven alles uittronend de machtige Mont Blanc.

Het plaatje is perfect: besneeuwde naaldbomen, het volledige Zwitserse Mitelland onder een dik wolkendek en de Alpen in hun volle glorie. We zien heel wat oude bekenden: de Dom, de Weisshorn, de Grand Combin, zelfs de Matterhorn (volgens de uitstekende site 'Gipfel der Schweiz' op 128 km afstand) toont zich in de verte als een klein maar scherp piekje. Een dergelijk uitzicht heb je niet iedere dag, maar vandaag zijn alle voorwaarden verenigd.

We houden niet op foto's te nemen en te filmen, we willen al onze indrukken in een doosje stoppen en mee naar huis nemen. We pakken ons volledig Franse lunchpakket uit (baguette, comté, saucisse) en genieten in stilte. Na een uurtje op de top doorgebracht te hebben is het tijd om verder te trekken. We trekken de riempjes van de sneeuwschoenen nog eens hard aan, snoeren de rugzakken dicht en begeven ons naar de zuidelijke rand van de Creux.

Na nogmaals dit natuurlijk schouwspel en zijn geplooide rotsbanden bewonderd te hebben, besluiten we niet naar de hut La Grand Vy te stappen maar een stukje af te snijden door maagdelijk wit terrein naar de Croza de l'Eau alm. Hier is het pad reeds gespoord, er zijn in dit stukje duidelijk meer mensen onderweg.

Enkele korte hellingen op en af en we staan na een uurtje stappen aan de parking van het nordic ski gebied. Hier is het gedaan met de sneeuwschoenpret, we volgen de geasfalteerde weg naar Couvet en slaan naar rechts af ter hoogte van de boerderij La Joconde. Uiteindelijk komen we terug terecht op het stile bospad van in het begin van de wandeling en bereiken tenslotte de wagen, het eindpunt van een prachtige dag en wel bijzonder mooie sneeuwschoentocht (6u stappen, inclusief pauses, 12km).

Verdere praktische informatie

Navigatie

- Kaart: Swisstopo, 3303T Creux du Van, 1:33 333
- Traject Les Rasses - Chasseron : website www.sentiers-raquettes.ch

Nabeschouwing

De Franse en Zwitserse Jura zijn voor velen onder ons onbekend terrein maar de paar extra uurtjes rijden (in vergelijking met de populairdere Vogezen) lonen de moeite: zeer sneeuwzeker, weinig volk onderweg en de nabijheid van de Alpen zorgt, als de omstandigheden meezitten, voor spectaculaire uitzichten.